Oh, je gaat naar Vliebiza!’, zegt collega S. enthousiast als ik haar vertel dat ik een paar dagen naar Vlieland ga.
‘Vliebiza?’
‘Ja, want Vlieland is het meest kosmopolitisch van onze Waddeneilanden. Het heeft een Ibiza-vibe, vandaar de naam.’
Nu ben ik nog nooit op Ibiza geweest en de laatste keer dat ik de Vlielandse bodem betrad, was ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw maar als ik aan Vlieland denk dan komen de woorden klein, knus en zelfs kneuterig naar boven drijven. Kosmopolitisch? Welnee.
Na vijf dagen op het eiland moet ik toegeven dat er wel het een en ander is veranderd. Vlieland heeft een paar trendy (kleding)winkeltjes en fijne restaurants gekregen met bijbehorende prijzen. Er is een wellness hotel en een hippe strandtent, maar gelukkig is Vlieland vooral nog knus en klein.
Serene rust?
Op Vlieland kom je voor je rust en de natuur. Aangezien ik niet van het wandelen ben, is fietsen een fijne bezigheid. De ene dag door de bossen en duinen op de oostelijke helft van het eiland, de andere dag de westelijke helft richting Vliehors. Fietsend langs het Wad kom ik langs een mooie plek met een bankje. Ik besluit daar een korte pauze in te lassen. De zon laat een zilveren glinstering achter op het water, in de verte zie ik een zwerm vogels opstijgen en weer landen, de vogeltjes zingen de bomen maar het is vooral stil. Zo heerlijk stil dat ik besluit om een tijdje op dat bankje te blijven zitten. Helaas wordt de stilte bruut verbroken door een krijsende kleuter. Weg is de serene rust. Het Wad valt spontaan droog en de vogels houden van schrik hun snavel.
De kleuter heet Mette. Mette wil van alles niets, zo is mijn indruk. Niet achterop bij mama, niet achterop bij opa maar vooral niet vertellen wat ze wel wil. Opa geeft aan dat hij niet goed tegen dat gekrijs kan en mama probeert het met ‘wil je een snoepje of koekje’. Ik ben geen voorstander van het belonen van slecht gedrag, zeker niet als er ook nog een ander kind aanwezig is dat zich wel weet te gedragen. Aangezien Mette besluit om gewoon door te gaan met krijsen en opa en mama achter ‘mijn’ bankje blijven staan, heb ik geen andere keuze dan weer op mijn fiets te stappen met als doel om zo ver mogelijk bij Mette vandaan te komen. Ik vind Mette geen leuk kind.
De volgende dag zit ik in het zonnetje op een bankje op het kerkhof. Als je ergens serene rust zoekt, dan moet je op een kerkhof zijn. Geen Mette, maar stilte.
