Het is mooi dat we in deze rare tijden de 70-plussers de gang naar het stembureau willen besparen en ze de mogelijkheid bieden om per brief te stemmen, maar of het nu zo’n goed idee is? Ik betwijfel het.
Het begon een week geleden met een telefoontje van mijn vader die oprecht verontwaardigd was over de hoeveelheid papier die hij van de gemeente had ontvangen. Een stempas en zo’n lijst en hij zou ook nog een retourenvelop gaan ontvangen. Hij vond het belachelijk en zou óf naar het stembureau gaan óf helemaal niet gaan stemmen. Ik besloot naar Groningen af te reizen om de papierwinkel te aanschouwen. En inderdaad, het was een behoorlijk pakket papier. Bij de stempas zat een brief met een uitleg over de drie mogelijkheden om te stemmen, inclusief een gezondheidscheck: ‘Snottert u of rochelt uw huisgenoot, ga dan niet naar het stembureau.’ In een tweede envelop zat een vuistdikke kandidatenlijst en in de derde envelop het briefstembiljet plus een met plaatjes uitgerust stappenplan en twee enveloppen.
Met het stappenplan in de hand en het stembiljet als een tafellaken uitgespreid op de eettafel, heb ik mijn vader door het stemproces weten te leiden. Eerst moest er een keuze worden gemaakt uit het enorme aanbod aan partijen. Niet dat dat lastig was, mijn vader stemt meestal op dezelfde partij.
‘Heb je nog een voorkeur op wie je wilt stemmen?’
‘Staat deze naam op de lijst? Ja? Kruis die maar aan dan. Welke kleur pen moet je gebruiken?’
‘Het mag met elke kleur.’
Het hokje voor de naam van de voorkeurspersoon ingekleurd en dan begint het enveloppenfeest. Het biljet mag alleen in de envelop met de tekst ‘briefstembiljet’ worden gestopt en daarna moet de envelop worden dichtgeplakt. Dan moet er een handtekening, op de juiste plek, op de stempas worden geplaatst. Daarna moet de briefstembiljetenvelop en de stempas samen in de retourenvelop worden gestopt. Die envelop is weliswaar twee vierkante millimeter groter dan die andere envelop, maar het is toch lastig proppen. Wederom een envelop dichtplakken en klaar. Denk je. Maar nee, er is nog een laatste stap op het stappenplan die de nodige onduidelijkheid met zich meebrengt.
‘Zorg dat uw briefstem voor woensdag 17 maart 21.00 uur aankomt. Doe uw briefstem voor vrijdag 12 maart 17.00 uur op de post.’
‘Moet ik het nu voor de 17e of voor de 12e op de post doen?’
‘Doe maar gewoon voor de 12e, dan komt je stem op tijd aan. Maar je hebt ook de mogelijkheid om de envelop in te leveren bij een afgiftepunt. Die afgiftepunten staan op de website van de gemeente.’
‘Ik heb geen wwwpunt en de buurvrouw ook niet!’ Er volgt een opsomming van alle buren in de bejaardenflat die geen internet hebben. Ondertussen googelt (!) mijn vader op zijn tablet naar het antwoord op de vraag of Mahi ooit voor FC Groningen heeft gespeeld (ja, 2014-2019).
‘Toch heel handig dat Google, je vindt van alles.’
‘Je weet dat Google ook internet is?’
‘Ja, maar de rest heb ik gewoon niet.’
Iets later vraagt mijn vader op welk papier hij nee/nee/nee moet invullen. Hij blijkt de gezondheidscheck te bedoelen. ‘Dat hoeft niet, je gaat immers niet naar het stembureau en tegen de brievenbus mag je gewoon hoesten. Zonder mondkapje.’ Ik ben blij dat ik gewoon naar het stembureau mag.
Wat weer beeldend beschreven Marita! Ik zie t voor me…
LikeLike
Geestig om jouw vader een stem te geven!
LikeGeliked door 1 persoon