Er is niets mis met goede doelen. Als iemand met een collectebus aan de deur verschijnt, duik ik met liefde in de spaarpot vol kleingeld om een bijdrage voor het goede doel bijeen te schrapen. Ook vind ik het geen probleem om ondersteuning te verlenen door middel van het overmaken van een eenmalig bedrag op het rekeningnummer van het goede doel. Wat ik wél een probleem vind, is de fuikmethode bij stations en winkelcentra, inclusief de bijbehorende achtervolgingstactiek. De laatste maanden staan er met enige regelmaat enthousiaste jongens en meisjes mij, en andere reizigers, op te wachten bij Station Zuid. Alsof wij na een lange werk- en/of reisdag zin hebben om een gesprek aan te moeten gaan met zo’n angstaanjagend enthousiast kind. De jongetjes zijn trouwens erger dan de meisjes, de mannetjes doen er alles aan om jouw aandacht te trekken.
Halloooo mevrouw in de leuke jas!’ Sindsdien de jas niet meer aangehad.
‘Mevrouw, u laat iets vallen!’ Yeah, right.
‘Mevrouw, wilt u met mij trouwen? Nee dank je, pedofilie is niet mijn ding.
‘Mevrouw, high five!’ Je kunt een high five op je hoofd krijgen. Dat zeg en doe ik natuurlijk niet, want ik heb geleerd om altijd beleefd te zijn. Maar dat beleefd zijn begint me wel steeds meer moeite te kosten. Zeker als ze met je mee gaan lopen en je alleen door bot te reageren zo’n joch van je kan afschudden. Ongetwijfeld zijn hun goede doelen de moeite waard, maar de wijze waarop men mij geld probeert af te troggelen, is bijzonder onprettig. Liever heb ik dat ze met een collectebus staan te schudden of, zoals een vriend opperde, je gewoon een kaartje in de hand drukken met informatie over het goede doel. Grote kans dat ik dan wel de portemonnee trek. Maar nu? Nu geef ik liever mijn geld aan de straatmuzikant. Ook een goed doel, maar dan anders.
